13 juni 2012
Welzijn Nieuwe Stijl: Niet alleen
invoeren, maar zeker uitvoeren!
Geschreven
door: Stephanie van der Sluis
Dit
artikel wordt geschreven ter afronding van mijn opleiding Maatschappelijk Werk
en Dienstverlening.
Waar moet het naar toe met alle
veranderingen in welzijnsland. Sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (hierna Wmo genoemd), in januari 2007, wordt een andere manier
van werken gevraagd, stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl. Om Welzijn
Nieuwe Stijl binnen je huidige werkstijl te implementeren, is een
stroomschema-computerprogramma ontwikkeld.
In
deze publicatie zal eerst kort uitgelegd worden, welke ontwikkelingen er
allemaal plaats hebben gevonden binnen de samenleving, van verzorgingsstaat naar
participatiestaat.
Na een kort stukje
achtergrondinformatie, zal er uitgebreid stil worden gestaan, bij het
implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl aan de hand van een
stroomschema-computerprogramma.
Van verzorgingsstaat naar
participatiestaat
Zoals vele zullen weten, leven we op dit moment in een participatiestaat.
Voor de mensen die niet precies het verschil weten tussen deze twee staten, zal
ik in het kort uitleggen welke grote verschillen er zijn ontstaan naar
aanleiding van de overgang van verzorgingsstaat naar participatiestaat. Bij een
verzorgingsstaat, is de staat degene die de verantwoordelijkheid draagt voor
het welzijn van de burgers. Zo zorgt de staat ervoor dat de burgers, voldoende
sociale zekerheid hebben. Sociale zekerheid op het gebied van gezondheidszorg,
onderwijs werkgelegenheid etc. Door de crisis die in de jaren ’80 is ontstaan,
bleek de verzorgingsstaat in één keer te duur te worden. Dit betekende dat de
overheid vooral bezig moest zijn, met het privatiseren (overheid draagt taken over
naar het bedrijfsleven) van taken, om de kosten te onderdrukken. Naar
aanleiding van het overdragen van de taken, kregen de gemeente steeds meer
taken toegewezen. Naast dat de gemeente steeds meer taken toegewezen kregen,
kregen de burgers het ook steeds meer voor het zeggen. Je kunt dus spreken over
een overgang naar een participatiestaat. Een participatiestaat heeft vooral
betrekking op de burgers. De burgers moeten zichzelf zien te redden, een
participatiestaat gaat uit van de kracht van de burger. Hierdoor is in januari
2007, de Wmo in het leven geroepen. De Wmo moet bijdragen dat mensen zo lang
mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving.
Om de, negen prestatievelden van de,
Wmo te laten uitvoeren door welzijnsorganisaties, is er een
stimuleringsprogramma ontwikkeld. Het stimuleringsprogramma is Welzijn Nieuwe
Stijl, dit bestaat uit acht bakens, deze bakens zijn terug te vinden in de
brochure Welzijn Nieuwe Stijl. Deze
bakens zorgen ervoor dat de Wmo uitgevoerd kan worden. Zowel de negen
prestatievelden en de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl, moeten gezien
worden als handvatten. Deze worden door de gemeente naar eigen wijze ingevuld.
Dit betekent dat dit per gemeente verschillend is.
Door de invoering van de
Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl, is er binnen de welzijnsbranche marktwerking
ontstaan. Marktwerking houdt in dat welzijnsorganisaties gaan concurreren om een zo goedkoop, efficiënt en
effectief product te ontwikkelen. Welzijnsorganisaties gaan producten/diensten
zo ontwikkelen, dat ze de concurrent welzijnsorganisaties achter zich laten.
Willen welzijnsorganisaties mee kunnen doen in deze concurrentie, is het van
groot belang dat ze gaan werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl. Door te gaan
werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl, werk je als welzijnsorganisatie goedkoop,
effectief en efficiënt. Dit zijn de eisen die door de gemeente gesteld gaan
worden.
Invoering Welzijn Nieuwe Stijl binnen de organisatie
De interesse om deze publicatie over Welzijn Nieuwe Stijl te gaan
schrijven, is gekomen naar aanleiding van een onderzoek. Dit onderzoek heb ik
gedaan in het kader van mijn afstuderen, het onderzoek vond plaats bij een
welzijnsorganisatie. Het gehele proces, met betrekking tot het afstuderen, heb
ik samen met Lieke de Kok en Aydan van Marrewijk doorlopen. Binnen deze
welzijnsorganisatie waren ze bezig met het implementeren van Welzijn Nieuwe
Stijl, alleen was het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl gestagneerd. Naar
aanleiding van deze stagnatie, hebben wij een onderzoek
gedaan hoe het management en het Algemeen Maatschappelijk Werk team in
samenwerking Welzijn Nieuwe Stijl binnen het team kan implementeren. Het
belangrijkste bij een stagnatie is, om eerst te gaan kijken waar de
implementatie is gestagneerd. Daarom is het van groot belang om informatie in
te winnen bij de verschillende partijen. Voor het inwinnen van informatie zijn
de volgende data-verzamelingsmethode ingezet, interviews en enquêtes. Uit deze
informatie bleek, dat het management en het team niet meer met elkaar in
dialoog waren. Als dialoog wordt gezien een gesprek tussen twee of meerdere
mensen, over het onderwerp Welzijn Nieuwe Stijl. In dit geval was de dialoog
stilgevallen over het onderwerp Welzijn Nieuwe Stijl, maar een dialoog kan over
allerlei onderwerpen stilvallen. Voor het invoeren van een nieuwe methode,
nieuwe werkwijze, is het van groot belang dat er een dialoog plaatsvindt tussen
de verschillende partijen. Zonder dialoog kan je niets invoeren! Door middel
van een dialoog, kom je achter elkaars verwachtingen, daarnaast kan je door een
dialoog leren van elkaar.
Een stagnatie binnen het implementeren van Welzijn Nieuwe
Stijl, is een probleem wat breder getrokken kan worden. Er zijn steeds meer
welzijnsorganisaties, die moeten gaan werken volgens de Wmo, dus indirect
volgens Welzijn Nieuwe Stijl. Door de invoering van de Wmo wordt er ook een
andere manier van werken, vanuit de gemeente gevraagd aan welzijnsorganisaties.
Welzijnsorganisaties moeten goedkoper, effectiever en efficiënter gaan werken.
Hierdoor ontstaat er een marktwerking binnen de welzijnsorganisaties. De
gemeente vraagt een dienst, voorbeeld: zoveel mogelijk cliënten benaderen, aan
de welzijnsorganisaties de taak om aan deze dienst te voldoen, door middel van
een goedkoop, effectief en efficiënt plan neer te zetten. Verschillende
welzijnsorganisaties brengen een product in bij de gemeente, de gemeente kiest
dan de goedkoopste, effectieve en efficiënte product, om zijn dienst te laten
verwezenlijken. Om terug te komen op het voorbeeld, om zoveel mogelijk mensen
te benaderen, is het van groot belang om outreachend te gaan werken. Dit is
gericht op één van de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl, om precies te zijn
gaat het hierover baken 3: Direct eropaf! Dit betekent dat als je gaat werken
volgens Welzijn Nieuwe Stijl, je ook kan voldoen aan de eisen die door de
gemeente worden gesteld. En dit betekent uiteindelijk, dat je opdrachten eerder
vanuit de gemeente toegewezen krijgt naar jouw welzijnsorganisatie. Voldoe je
niet aan de eisen die door de gemeente worden gesteld, is de kans groot dat
opdrachten bij een andere welzijnsorganisatie worden ondergebracht, die wel
kunnen voldoen aan de gestelde eisen. Belangrijk hierbij is om als
welzijnsorganisatie door middel van een dialoog, te gaan kijken naar de eisen
die gesteld worden door de gemeente. Door middel van een dialoog kan je ook
voldoen aan de verwachtingen/eisen die door de gemeente gesteld worden. In
dialoog kan je als management en team, dan je strategie gaan bepalen. Waar willen
we uiteindelijk samen terecht komen. Om als welzijnsorganisatie te kunnen
blijven bestaan, is het van groot belang om gezamenlijk één doel na te streven.
Naast met elkaar altijd in dialoog te blijven, is het van
groot belang, bij het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl en andere
veranderingen, dat het management en een team zijn verantwoordelijkheid nemen.
Verantwoordelijkheid nemen dat er altijd een dialoog plaatsvindt. De
verantwoordelijkheid van het management is dat een dialoog in stand wordt
gehouden. Daarbij is het management verantwoordelijk dat als de dialoog binnen
het team stil valt, het management dan onderzoek gaat doen hoe en wanneer de
dialoog is stil gevallen en wat er voor nodig is om de dialoog weer op gang te
brengen en te houden. Daarnaast is het management verantwoordelijk om het
proces, over de dialoog te bewaken.
Naast dat het management verantwoordelijkheden heeft, heeft een team ook
verantwoordelijkheden om een dialoog in stand te houden. Dit kan door middel
van zelfstandig te blijven praten over Welzijn Nieuwe Stijl en de uitvoering
ervan. Zoals dat het management verantwoordelijk is om het proces, over de
dialoog te bewaken. Is een team verantwoordelijk om de dialoog uit te voeren.
Om Welzijn Nieuwe Stijl, gemakkelijker in te voeren en om
te voorkomen dat de dialoog stil valt hebben wij3 een duurzaam
product ontwikkeld. Er zullen, zoals eerder gezegd, nu en in de toekomst steeds
meer welzijnsorganisaties te maken gaan krijgen met de ontwikkeling betreffende
de Wmo. Het duurzame product dat is ontwikkeld is een stroomschema. Bij het
ontwikkelen van het duurzame product, is vooral in drie bakens, van de acht
bakens die worden genoemd binnen Welzijn Nieuwe Stijl, verdiept en deze drie
bakens zijn nader uitgewerkt. De drie bakens zijn: Baken 1. Vraag achter de
vraag; Baken 3. Direct erop af en Baken 6. Integraal werken (samenwerken met
ketenpartners). De reden waarom deze drie bakens verder zijn uitgewerkt komt
omdat de gemeente, waar het onderzoek plaatsvond, nadruk legt op deze drie
bakens. Bij het uitwerken van deze drie bakens, is gebleken dat de andere vijf
bakens er indirect bij betrokken worden. Dit betekent dat het stroomschema
inzetbaar is bij alle welzijnsorganisaties in Nederland.
Het stroomschema is als volgt ontwikkeld, in eerste
instantie is gebrainstormd over hoe het stroomschema eruit moest komen te zien,
welke vragen er gesteld worden in het stroomschema en hoe er antwoord gegeven
kan worden op de vragen. De eerste uitwerking van het stroomschema is met de
handgemaakt. Naar aanleiding daarvan is het stroomschema uitgewerkt op de
computer, via Paint. De computerversie, die dan uitgeprint dient te worden,
ziet er uiteindelijk, als volgt eruit (hiervan is maar een gedeelte
weergegeven):
Voorbeeld 1: Computerversie van het stroomschema
Naar aanleiding van deze versie, is er gekeken hoe de
bruikbaarheid van het schema te vergroten is. Het is namelijk zo dat als je een
computerversie, die uitgeprint dient te worden waardoor het dus een papierenversie
wordt, naast je registratiesysteem moet gaan gebruiken, deze meer tijd vergt
van de maatschappelijk werker. Doordat de papierenversie veel tijd kost, wordt
het snel aan de kant gelegd. Daarnaast is een zeer grote kans aanwezig, dat de papierenversie
zoek raakt tussen, papieren op het bureau. Om de bruikbaarheid en de
effectiviteit van het stroomschema te vergroten, is een digitale versie
gemaakt. Dit betekent dat er een computerprogramma is ontwikkeld voor het
stroomschema, stroomschema-computerprogramma (hierna computerprogramma
genoemd). Het computerprogramma zal gelanceerd worden onder de naam ‘Stijlvolle
implementatie’. In het computerprogramma, zijn dezelfde vragen verwerkt, als
die er zijn geformuleerd in de papierenversie. Ook in het computerprogramma
krijgt de werker de vragen, met de antwoordmogelijkheid ‘ja of nee’. Naar
aanleiding van het antwoord, zullen de andere vragen gesteld worden. Bij de
open antwoorden, is er een ruimte opengehouden, om antwoord te geven in het
programma. De bedoeling is dat de werker de vraag uitprint om antwoord te
geven, er kan ook gekozen worden om de antwoorden op een ander blaadje te
geven. Er kunnen in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden, die ervoor zorgen
dat de open antwoorden in het computerprogramma beantwoordt kunnen worden.
Het invullen van het computerprogramma, vergroot de
effectiviteit en is gemakkelijker hanteerbaar. Het computerprogramma, is een
programma wat bij iedere welzijnsorganisatie gebruikt kan worden. De werkers
kunnen naast het invullen van het registratiesysteem gebruik maken van het
computerprogramma. Aan de hand van het computerprogramma, kan de werker zijn
eigen werkwijze reflecteren. Door het programma kan je als werker ook kijken in
hoeverre je al werkt volgens Welzijn Nieuwe Stijl en welke handelingen je
eventueel nog kan ondernemen om werkzaam te zijn volgens Welzijn Nieuwe Stijl.
Het computerprogramma ziet er als volgt uit (hiervan is maar één vraag
weergegeven):
Voorbeeld 2: Computerprogramma ‘Stijlvolle
implementatie’
Als laatste, hoe kan het computerprogramma ingezet
worden. Het computerprogramma, is op verschillende niveaus inzetbaar. Op
individueel niveau kan het computerprogramma gebruikt worden als reflectie. Het
computerprogramma kan vlak na een hulpverleningsgesprek gebruikt worden of aan
het einde van de werkdag/werkweek. Bij het beantwoorden van de vragen, die
geformuleerd zijn in het computerprogramma, kan de werker uiteindelijk terecht
komen bij het punt dat de casus of situatie besproken moet worden met
collega’s. Door dit punt binnen het proces, wordt de werker geprikkeld om de
dialoog aan te gaan met andere collega’s, binnen en buiten (door een dialoog
aan te gaan met ketenpartners) de welzijnsorganisaties. Een belangrijk punt is
dat het team in samenwerking, door met elkaar in dialoog te gaan, bewust worden
van hun eigen functioneren en dit kan vergelijken met Welzijn Nieuwe Stijl. Het
computerprogramma biedt de werker ook de mogelijkheid zichzelf als professional
te verbeteren.
Naast het team heeft het management ook indirect iets te
maken met het computerprogramma. Tijdens vergaderingen,
functioneringsgesprekken of periodieke team overleggen kan verwezen worden naar
het computerprogramma. Het management kan dan peilen in hoeverre de werkers
actief bezig zijn met het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl. Daarnaast kan
tijdens vergaderingen, waar de casus van de cliënt wordt besproken, ook
gebruikt worden gemaakt van het computerprogramma. Zoals eerder gezegd kunnen
werkers tijdens het invullen van het computerprogramma, op het punt komen dat
de casus of situatie besproken moet worden met collega’s. Dit kan eventueel
plaatsvinden tijdens vergaderingen, waar de casussen worden besproken. Dit kan
ook plaatsvinden door bij een collega naar binnen te stappen. Ook tijdens deze
vergaderingen kan er gepeild worden, in hoeverre maatschappelijk werkers actief
bezig zijn met het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl.
Het computerprogramma, levert een bijdrage bij het
implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl, ook levert het op individueel niveau,
voor de werker een bijdrage. De werker kan zich door middel van het
computerprogramma reflecteren op de eigen werkwijze en zich als professional
verder profileren op het gebied van Welzijn Nieuwe Stijl.
Conclusie
Belangrijke conclusie die getrokken kan worden uit deze
publicatie is, dat er stroomschema’s zijn ontwikkeld die bijdrage kunnen
leveren binnen het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl. Bij het inzetten van
de stroomschema’s en bij de invoering van nieuwe veranderingen, is het van
groot belang, dat zowel het management en het team met elkaar en het team
daarnaast zelfstandig in dialoog blijven.
Zonder dialoog, kan er geen veranderingen worden ingevoerd! Dit betekent
ook dat zonder dialoog, er geen gebruik gemaakt kan worden van het
computerprogramma.
Gebruikte literatuur:
-
Kok, de. L, Marrewijk. van. A., Sluis, v.d. S. (2012) Beroepsproduct:
Implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl binnen AMW MDNW Vlaardingen. Rotterdam:
Hogeschool Rotterdam.
-
Metz, J. (2011). Welzijn in de 21e eeuw, van
sociale vernieuwing naar Welzijn Nieuwe Stijl. Amsterdam: SWP
|
Lieke de Kok, Aydan van Marrewijk en Stephanie van der Sluis