maandag 18 juni 2012

Introductiefilm: computerprogramma 'Stijlvolle implementatie'

Naar aanleiding van de publicatie 'Welzijn Nieuwe Stijl: Niet alleen invoeren, maar zeker uitvoeren!', zijn er twee introductiefilmpjes gemaakt om te laten zien hoe het computerprogramma ongeveer werkt. De filmpjes laat maar een deel van het computerprogramma zien. Mocht naar aanleiding van de filmpjes interesse hebben gekregen in het computerprogramma, aarzel niet en neem contact op met stijlvolleimplementatie@gmail.com.


De filmpjes die zijn gemaakt, zijn gemaakt aan de hand van een casus. 'Casus Nina':
Algemene gegevens van Nina:
- Nina is 27 jaar;
- Werkt met veel plezier bij Smit op de afdeling personeelszaken, waar ze goed contact heeft met haar collega's;
- Ze sport 2 keer in de week met een collega;
- Buiten haar werk om heeft ze nog een aantal goede vrienden, maar dat zijn vrienden van Lars (ex-vriend);
- Nina heeft pas haar vader verloren;
- Haar moeder heeft haar verlaten toen Nina 5 jaar oud was. Ze heeft nooit meer contact gehad met haar moeder.


Probleem:
- Sinds een maand heeft haar vriend de relatie verbroken en haar op straat gezet;
- Waarom is voor Nina onbekend;
- Het huis staat op naam van ex-vriend;
- Nina slaapt nu tijdelijk bij een collega;
- Ze is op zoek naar een eigen plek;
- Nina is een onzekere vrouw. Ze twijfelt veel aan haar zelf;
- Ze wordt nu geconfonteerd dat ze er alleen voor staat (vader overleden, geen contact meer met moeder);
- Nina denkt de laatste tijd weer vaak aan haar moeder waarom is haar moeder weggegaan, wat heeft zij fout gedaan?;


De hulpvraag van Nina:
- Hoe kom ik zo snel mogelijk in aanmerking voor een huurwoning;
- En ik wil graag werken aan de woede die ik heb voor mijn moeder.

Tijdens het eerste filmpje is te zien, hoe een werker individueel reflecteert op zijn werken, naar aanleiding van de casus die in haar werkstroom staat:

In het volgende filmpje is te zien hoe de werker, door middel van collegiale consultatie gebruikt maakt van het computerprogramma:

Dit zijn twee mogelijkheden om het computerprogramma in te zetten. Het is van groot belang, dat dit routinematig gebeurd. Het inzetten van het computerprogramma. Belangrijk hierbij is te zeggen dat het computerprogramma, zowel individueel, als in team verband gebruikt moet worden. Het programma draagt namelijk een steentje bij aan de dialoog die plaats moet vinden binnen het team. Individueel kan een professional zichzelf ontwikkelen, door het computerprogramma te gebruiken als reflectiemiddel.  

Het doel van het computerprogramma is om een dialoog binnen een team staande te houden. Hiervoor is zowel het management als een team voor verantwoordelijk, het totstandhouden van een dialoog.



Publicatie: Welzijn Nieuwe Stijl: Niet alleen invoeren, maar zeker uitvoeren!


13 juni 2012



Welzijn Nieuwe Stijl: Niet alleen invoeren, maar zeker uitvoeren!

Geschreven door: Stephanie van der Sluis
Dit artikel wordt geschreven ter afronding van mijn opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening.

Waar moet het naar toe met alle veranderingen in welzijnsland. Sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna Wmo genoemd), in januari 2007, wordt een andere manier van werken gevraagd, stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl. Om Welzijn Nieuwe Stijl binnen je huidige werkstijl te implementeren, is een stroomschema-computerprogramma ontwikkeld.
            In deze publicatie zal eerst kort uitgelegd worden, welke ontwikkelingen er allemaal plaats hebben gevonden binnen de samenleving, van verzorgingsstaat naar participatiestaat.
            Na een kort stukje achtergrondinformatie, zal er uitgebreid stil worden gestaan, bij het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl aan de hand van een stroomschema-computerprogramma.

Van verzorgingsstaat naar participatiestaat
Zoals vele zullen weten, leven we op dit moment in een participatiestaat. Voor de mensen die niet precies het verschil weten tussen deze twee staten, zal ik in het kort uitleggen welke grote verschillen er zijn ontstaan naar aanleiding van de overgang van verzorgingsstaat naar participatiestaat. Bij een verzorgingsstaat, is de staat degene die de verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van de burgers. Zo zorgt de staat ervoor dat de burgers, voldoende sociale zekerheid hebben. Sociale zekerheid op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs werkgelegenheid etc. Door de crisis die in de jaren ’80 is ontstaan, bleek de verzorgingsstaat in één keer te duur te worden. Dit betekende dat de overheid vooral bezig moest zijn, met het privatiseren (overheid draagt taken over naar het bedrijfsleven) van taken, om de kosten te onderdrukken. Naar aanleiding van het overdragen van de taken, kregen de gemeente steeds meer taken toegewezen. Naast dat de gemeente steeds meer taken toegewezen kregen, kregen de burgers het ook steeds meer voor het zeggen. Je kunt dus spreken over een overgang naar een participatiestaat. Een participatiestaat heeft vooral betrekking op de burgers. De burgers moeten zichzelf zien te redden, een participatiestaat gaat uit van de kracht van de burger. Hierdoor is in januari 2007, de Wmo in het leven geroepen. De Wmo moet bijdragen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Om de, negen prestatievelden[1] van de, Wmo te laten uitvoeren door welzijnsorganisaties, is er een stimuleringsprogramma ontwikkeld. Het stimuleringsprogramma is Welzijn Nieuwe Stijl, dit bestaat uit acht bakens, deze bakens zijn terug te vinden in de brochure Welzijn Nieuwe Stijl[2]. Deze bakens zorgen ervoor dat de Wmo uitgevoerd kan worden. Zowel de negen prestatievelden en de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl, moeten gezien worden als handvatten. Deze worden door de gemeente naar eigen wijze ingevuld. Dit betekent dat dit per gemeente verschillend is.
            Door de invoering van de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl, is er binnen de welzijnsbranche marktwerking ontstaan. Marktwerking houdt in dat welzijnsorganisaties gaan concurreren om een zo goedkoop, efficiënt en effectief product te ontwikkelen. Welzijnsorganisaties gaan producten/diensten zo ontwikkelen, dat ze de concurrent welzijnsorganisaties achter zich laten. Willen welzijnsorganisaties mee kunnen doen in deze concurrentie, is het van groot belang dat ze gaan werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl. Door te gaan werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl, werk je als welzijnsorganisatie goedkoop, effectief en efficiënt. Dit zijn de eisen die door de gemeente gesteld gaan worden.

Invoering Welzijn Nieuwe Stijl binnen de organisatie
De interesse om deze publicatie over Welzijn Nieuwe Stijl te gaan schrijven, is gekomen naar aanleiding van een onderzoek. Dit onderzoek heb ik gedaan in het kader van mijn afstuderen, het onderzoek vond plaats bij een welzijnsorganisatie. Het gehele proces, met betrekking tot het afstuderen, heb ik samen met Lieke de Kok en Aydan van Marrewijk doorlopen. Binnen deze welzijnsorganisatie waren ze bezig met het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl, alleen was het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl gestagneerd. Naar aanleiding van deze stagnatie, hebben wij[3] een onderzoek gedaan hoe het management en het Algemeen Maatschappelijk Werk team in samenwerking Welzijn Nieuwe Stijl binnen het team kan implementeren. Het belangrijkste bij een stagnatie is, om eerst te gaan kijken waar de implementatie is gestagneerd. Daarom is het van groot belang om informatie in te winnen bij de verschillende partijen. Voor het inwinnen van informatie zijn de volgende data-verzamelingsmethode ingezet, interviews en enquêtes. Uit deze informatie bleek, dat het management en het team niet meer met elkaar in dialoog waren. Als dialoog wordt gezien een gesprek tussen twee of meerdere mensen, over het onderwerp Welzijn Nieuwe Stijl. In dit geval was de dialoog stilgevallen over het onderwerp Welzijn Nieuwe Stijl, maar een dialoog kan over allerlei onderwerpen stilvallen. Voor het invoeren van een nieuwe methode, nieuwe werkwijze, is het van groot belang dat er een dialoog plaatsvindt tussen de verschillende partijen. Zonder dialoog kan je niets invoeren! Door middel van een dialoog, kom je achter elkaars verwachtingen, daarnaast kan je door een dialoog leren van elkaar.
Een stagnatie binnen het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl, is een probleem wat breder getrokken kan worden. Er zijn steeds meer welzijnsorganisaties, die moeten gaan werken volgens de Wmo, dus indirect volgens Welzijn Nieuwe Stijl. Door de invoering van de Wmo wordt er ook een andere manier van werken, vanuit de gemeente gevraagd aan welzijnsorganisaties. Welzijnsorganisaties moeten goedkoper, effectiever en efficiënter gaan werken. Hierdoor ontstaat er een marktwerking binnen de welzijnsorganisaties. De gemeente vraagt een dienst, voorbeeld: zoveel mogelijk cliënten benaderen, aan de welzijnsorganisaties de taak om aan deze dienst te voldoen, door middel van een goedkoop, effectief en efficiënt plan neer te zetten. Verschillende welzijnsorganisaties brengen een product in bij de gemeente, de gemeente kiest dan de goedkoopste, effectieve en efficiënte product, om zijn dienst te laten verwezenlijken. Om terug te komen op het voorbeeld, om zoveel mogelijk mensen te benaderen, is het van groot belang om outreachend te gaan werken. Dit is gericht op één van de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl, om precies te zijn gaat het hierover baken 3: Direct eropaf! Dit betekent dat als je gaat werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl, je ook kan voldoen aan de eisen die door de gemeente worden gesteld. En dit betekent uiteindelijk, dat je opdrachten eerder vanuit de gemeente toegewezen krijgt naar jouw welzijnsorganisatie. Voldoe je niet aan de eisen die door de gemeente worden gesteld, is de kans groot dat opdrachten bij een andere welzijnsorganisatie worden ondergebracht, die wel kunnen voldoen aan de gestelde eisen. Belangrijk hierbij is om als welzijnsorganisatie door middel van een dialoog, te gaan kijken naar de eisen die gesteld worden door de gemeente. Door middel van een dialoog kan je ook voldoen aan de verwachtingen/eisen die door de gemeente gesteld worden. In dialoog kan je als management en team, dan je strategie gaan bepalen. Waar willen we uiteindelijk samen terecht komen. Om als welzijnsorganisatie te kunnen blijven bestaan, is het van groot belang om gezamenlijk één doel na te streven.
Naast met elkaar altijd in dialoog te blijven, is het van groot belang, bij het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl en andere veranderingen, dat het management en een team zijn verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid nemen dat er altijd een dialoog plaatsvindt. De verantwoordelijkheid van het management is dat een dialoog in stand wordt gehouden. Daarbij is het management verantwoordelijk dat als de dialoog binnen het team stil valt, het management dan onderzoek gaat doen hoe en wanneer de dialoog is stil gevallen en wat er voor nodig is om de dialoog weer op gang te brengen en te houden. Daarnaast is het management verantwoordelijk om het proces, over de dialoog te bewaken.
Naast dat het management verantwoordelijkheden heeft, heeft een team ook verantwoordelijkheden om een dialoog in stand te houden. Dit kan door middel van zelfstandig te blijven praten over Welzijn Nieuwe Stijl en de uitvoering ervan. Zoals dat het management verantwoordelijk is om het proces, over de dialoog te bewaken. Is een team verantwoordelijk om de dialoog uit te voeren.

            Om Welzijn Nieuwe Stijl, gemakkelijker in te voeren en om te voorkomen dat de dialoog stil valt hebben wij3 een duurzaam product ontwikkeld. Er zullen, zoals eerder gezegd, nu en in de toekomst steeds meer welzijnsorganisaties te maken gaan krijgen met de ontwikkeling betreffende de Wmo. Het duurzame product dat is ontwikkeld is een stroomschema. Bij het ontwikkelen van het duurzame product, is vooral in drie bakens, van de acht bakens die worden genoemd binnen Welzijn Nieuwe Stijl, verdiept en deze drie bakens zijn nader uitgewerkt. De drie bakens zijn: Baken 1. Vraag achter de vraag; Baken 3. Direct erop af en Baken 6. Integraal werken (samenwerken met ketenpartners). De reden waarom deze drie bakens verder zijn uitgewerkt komt omdat de gemeente, waar het onderzoek plaatsvond, nadruk legt op deze drie bakens. Bij het uitwerken van deze drie bakens, is gebleken dat de andere vijf bakens er indirect bij betrokken worden. Dit betekent dat het stroomschema inzetbaar is bij alle welzijnsorganisaties in Nederland.
             Het stroomschema is als volgt ontwikkeld, in eerste instantie is gebrainstormd over hoe het stroomschema eruit moest komen te zien, welke vragen er gesteld worden in het stroomschema en hoe er antwoord gegeven kan worden op de vragen. De eerste uitwerking van het stroomschema is met de handgemaakt. Naar aanleiding daarvan is het stroomschema uitgewerkt op de computer, via Paint. De computerversie, die dan uitgeprint dient te worden, ziet er uiteindelijk, als volgt eruit (hiervan is maar een gedeelte weergegeven):
Voorbeeld 1: Computerversie van het stroomschema
Naar aanleiding van deze versie, is er gekeken hoe de bruikbaarheid van het schema te vergroten is. Het is namelijk zo dat als je een computerversie, die uitgeprint dient te worden waardoor het dus een papierenversie wordt, naast je registratiesysteem moet gaan gebruiken, deze meer tijd vergt van de maatschappelijk werker. Doordat de papierenversie veel tijd kost, wordt het snel aan de kant gelegd. Daarnaast is een zeer grote kans aanwezig, dat de papierenversie zoek raakt tussen, papieren op het bureau. Om de bruikbaarheid en de effectiviteit van het stroomschema te vergroten, is een digitale versie gemaakt. Dit betekent dat er een computerprogramma is ontwikkeld voor het stroomschema, stroomschema-computerprogramma (hierna computerprogramma genoemd). Het computerprogramma zal gelanceerd worden onder de naam ‘Stijlvolle implementatie’. In het computerprogramma, zijn dezelfde vragen verwerkt, als die er zijn geformuleerd in de papierenversie. Ook in het computerprogramma krijgt de werker de vragen, met de antwoordmogelijkheid ‘ja of nee’. Naar aanleiding van het antwoord, zullen de andere vragen gesteld worden. Bij de open antwoorden, is er een ruimte opengehouden, om antwoord te geven in het programma. De bedoeling is dat de werker de vraag uitprint om antwoord te geven, er kan ook gekozen worden om de antwoorden op een ander blaadje te geven. Er kunnen in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden, die ervoor zorgen dat de open antwoorden in het computerprogramma beantwoordt kunnen worden.
Het invullen van het computerprogramma, vergroot de effectiviteit en is gemakkelijker hanteerbaar. Het computerprogramma, is een programma wat bij iedere welzijnsorganisatie gebruikt kan worden. De werkers kunnen naast het invullen van het registratiesysteem gebruik maken van het computerprogramma. Aan de hand van het computerprogramma, kan de werker zijn eigen werkwijze reflecteren. Door het programma kan je als werker ook kijken in hoeverre je al werkt volgens Welzijn Nieuwe Stijl en welke handelingen je eventueel nog kan ondernemen om werkzaam te zijn volgens Welzijn Nieuwe Stijl. Het computerprogramma ziet er als volgt uit (hiervan is maar één vraag weergegeven):

Voorbeeld 2: Computerprogramma ‘Stijlvolle implementatie’
 Als laatste, hoe kan het computerprogramma ingezet worden. Het computerprogramma, is op verschillende niveaus inzetbaar. Op individueel niveau kan het computerprogramma gebruikt worden als reflectie. Het computerprogramma kan vlak na een hulpverleningsgesprek gebruikt worden of aan het einde van de werkdag/werkweek. Bij het beantwoorden van de vragen, die geformuleerd zijn in het computerprogramma, kan de werker uiteindelijk terecht komen bij het punt dat de casus of situatie besproken moet worden met collega’s. Door dit punt binnen het proces, wordt de werker geprikkeld om de dialoog aan te gaan met andere collega’s, binnen en buiten (door een dialoog aan te gaan met ketenpartners) de welzijnsorganisaties. Een belangrijk punt is dat het team in samenwerking, door met elkaar in dialoog te gaan, bewust worden van hun eigen functioneren en dit kan vergelijken met Welzijn Nieuwe Stijl. Het computerprogramma biedt de werker ook de mogelijkheid zichzelf als professional te verbeteren.
Naast het team heeft het management ook indirect iets te maken met het computerprogramma. Tijdens vergaderingen, functioneringsgesprekken of periodieke team overleggen kan verwezen worden naar het computerprogramma. Het management kan dan peilen in hoeverre de werkers actief bezig zijn met het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl. Daarnaast kan tijdens vergaderingen, waar de casus van de cliënt wordt besproken, ook gebruikt worden gemaakt van het computerprogramma. Zoals eerder gezegd kunnen werkers tijdens het invullen van het computerprogramma, op het punt komen dat de casus of situatie besproken moet worden met collega’s. Dit kan eventueel plaatsvinden tijdens vergaderingen, waar de casussen worden besproken. Dit kan ook plaatsvinden door bij een collega naar binnen te stappen. Ook tijdens deze vergaderingen kan er gepeild worden, in hoeverre maatschappelijk werkers actief bezig zijn met het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl.
Het computerprogramma, levert een bijdrage bij het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl, ook levert het op individueel niveau, voor de werker een bijdrage. De werker kan zich door middel van het computerprogramma reflecteren op de eigen werkwijze en zich als professional verder profileren op het gebied van Welzijn Nieuwe Stijl.
Conclusie
Belangrijke conclusie die getrokken kan worden uit deze publicatie is, dat er stroomschema’s zijn ontwikkeld die bijdrage kunnen leveren binnen het implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl. Bij het inzetten van de stroomschema’s en bij de invoering van nieuwe veranderingen, is het van groot belang, dat zowel het management en het team met elkaar en het team daarnaast zelfstandig in dialoog blijven.
Zonder dialoog, kan er geen veranderingen worden ingevoerd! Dit betekent ook dat zonder dialoog, er geen gebruik gemaakt kan worden van het computerprogramma.
Mocht u naar aanleiding van deze publicatie vragen of interesse hebben gekregen in het computerprogramma. Kunt u schriftelijk contact opnemen met het volgende emailadres: stijlvolleimplementatie@gmail.com. Updates over het computerprogramma is terug te vinden op de volgende blog: http://stijlvolleimplementatie.blogspot.nl/.



Gebruikte literatuur:
-       Kok, de. L, Marrewijk. van. A., Sluis, v.d. S.  (2012) Projectverslag: Implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl binnen AMW MDNW Vlaardingen. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.
-       Kok, de. L, Marrewijk. van. A., Sluis, v.d. S.  (2012) Beroepsproduct: Implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl binnen AMW MDNW Vlaardingen. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.
-       Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2010). Brochure Welzijn Nieuwe Stijl. Den Haag: Ministerie van volksgezondheid, Welzijn en Sport.
-       Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (18-12-2007). Brochure: Iedereen moet kunnen meedoen, Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Den Haag: Ministerie van volksgezondheid, Welzijn en Sport.
-       Linde, van der. M. (2007). Basisboek geschiedenis Sociaal Werk in Nederland. Amsterdam: SWP. Pagina 239 – 246.
-       Metz, J. (2011). Welzijn in de 21e eeuw, van sociale vernieuwing naar Welzijn Nieuwe Stijl. Amsterdam: SWP



[1] Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (18-12-2007). Brochure: Iedereen moet kunnen meedoen, Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Den Haag: Ministerie van volksgezondheid, Welzijn en Sport
[2] Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2010). Brochure Welzijn Nieuwe Stijl. Den Haag: Ministerie van volksgezondheid, Welzijn en Sport.
[3] Lieke de Kok, Aydan van Marrewijk en Stephanie van der Sluis